Al 200 jaar blingbling: binnengluren in de ateliers van juwelenhoofdstad Valenza

Alles wat men in dit Italiaanse stadje aanraakt, verandert in goud

Katrien Huysentruyt

Op het eerste gezicht zou je het Noord-Italiaanse Valenza niet echt tot ‘I Borghi più belli d’Italia’ rekenen. Maar wat het mist aan imponerende façades, pompeuze fonteinen en barokke pleinen wordt achter de gevels ruimschoots goedgemaakt met een rijkdom aan edelstenen en klaterend goud.

Wij mochten voor één keer mee naar binnen, bij het Belgische merk Bigli.Geen glamoureuze juwelierszaken of uithangborden in neon: de workshops en ateliers waar stenen en goud met verve worden bewerkt, zijn discreet aangegeven met bescheiden naamplaatjes. De inwoners van dit ingedutte stadje slapen beslist niet: zo’n 8.000 van de 20.000 Valenzianen werken in de juwelenbusiness, de werknemers in de toeleveringsbedrijven niet eens meegerekend. De kleine Piemontese gemeente op de grens met Lombardije heeft de grootste ambachtelijke juweelproductie in het land en staat internationaal bekend als een van de belangrijkste producenten van kwaliteitsjuwelen.

Het zijn vaak familiebedrijfjes, die al eeuwen in het vak zitten, die het goud smeden of de stenen slijpen. Omdat ze zo klein zijn bestaan, zijn ze in staat om zich snel aan te passen aan de veranderende markt.

De juweliersproductie in Valenza is goed voor jaarlijks dertig ton goud en 80 procent van de edelstenen die in Italië worden ingevoerd. Het verhaal gaat dat je hier makkelijker een rivier van diamanten vindt dan een doos zout... Maar de sieradenmarkt is gevoelig, ze wordt beïnvloed door grote internationale recessies, waardoor het extreem moeilijk is om de productie te plannen.

Het zijn vaak familiebedrijfjes, die al eeuwen in het vak zitten, die het goud smeden of de stenen slijpen. Omdat ze voornamelijk uit familieleden of een beperkt aantal werknemers bestaan, zijn ze in staat om zich snel aan te passen aan de veranderende markt. Door de eeuwen heen zijn de goudsmeden hier erg sterk gebleken in het oppikken van nieuwe trends. Het succes zit ’m in de ambachtelijke traditie, de kleinschaligheid en bijbehorende flexibiliteit en het actief zoeken naar vernieuwing op het vlak van techniek, stijl en materiaal.

De geschiedenis van de juweelproductie van Valenza gaat precies twee eeuwen terug, toen in 1817 goudsmid Francesco Caramora van Pavia naar Valenza verhuisde. In 1825 liet hij als eerste in de regio zijn goudstempel registreren. In de negentiende eeuw lanceerden juweliers en goudsmeden als Vincenzo Morosetti en Carlo Bigatti de stad voorgoed. In 1945 werd de OAV opgericht, de vereniging van Valenza’s goudsmeden, die nog steeds een fundamentele rol speelt. In de jaren 70 groeide Valenza uit tot het centrum van het juweelambacht, dankzij de kwaliteit van de productie en ontwerp door de lokale bedrijfjes. Al snel verkocht de stad juwelen aan de Verenigde Staten, Duitsland en Japan.

Een van de geheimen achter het vakmanschap: controle en... nog eens controle. © Joris Casaer

De volgende dertig jaar kreeg de economie een groeispurt dankzij de export, en dat maakte van het slaperige Valenza een van de rijkste industriële gebieden in heel Italië. De tweehonderd jaar ervaring en evolutie zorgt voor unieke producten op wereldschaal, made in Italy op z’n best. Het is een echte kunst, waar verleden en heden een rol in spelen en waarbij de artisanale savoir-faire van verschillende generaties eer wordt aangedaan. Het werd daarnaast een symbool voor de Italiaanse passie voor schoonheid.

In maart 2017 gingen hier dan ook de nieuwe sieradenateliers van Bulgari open. De site verrees rond la Cascina dell’Orefice ( ‘de boerderij van de goudsmid’), het huis van Valenza's eerste goudsmid, dé Francesco Caramora. Deze 14.000 vierkante meter zou tegen 2020 driehonderd nieuwe banen moeten opleveren. Het ambitieuze project omvat daarnaast een juwelenacademie, waar de nieuwe medewerkers worden opgeleid. De 21 studenten die er vandaag les krijgen, werden geselecteerd uit juweelopleidingen over heel Italië. Het bedrijf koos expliciet voor Valenza omdat het samen met Vicenza en Arezzo een van de belangrijkste centra in het Italiaanse juweelvak is. Bulgari zet trouwens nog steeds lokale huizen in voor het maken van kettingen en het plaatsen van edelstenen.

Er was nog meer goed nieuws in 2017. Naast de Italianen van Bulgari blijken ook de Fransen dol op het Valenziaanse moois: in de eerste drie maanden van het jaar steeg de omzet al met 25 procent, vooral dankzij de vele bestellingen vanuit Frankrijk. Dat berichtte de krant La Repubblica midden september. Arezzo scoort + 5 procent en Vicenza + 3 procent. Corrado Facco, algemeen directeur van IEG (de Italiaanse Exibition Group) dat VicenzaOro organiseert, de internationale Made in Italy-beurs, wijt het aan de hoge kwaliteit van de Italiaanse sieraden.

De ateliers in Valenza zijn over het algemeen gesloten voor het publiek. Te veel bezoekers verstoren het werk, zeker als je weet dat de workshops vaak in gewone woonhuizen zitten met ruimtes die bijgevolg niet groter zijn dan de doorsneeliving. Ook beveiliging wordt hier vanzelfsprekend hoog in het vaandel gedragen, met de nodige camera’s, afrasteringen en poortjes; bescheiden maar streng. We mogen van geluk spreken dat we op uitnodiging van Bigli een kijkje achter deze schermen kunnen nemen. Bigli is het Belgische high-end juwelenmerk van ontwerpers Laurence Aerens en Thierry Spitaels. Ze combineren eenvoudige, afgeronde vormen met het Italiaanse gevoel voor vakmanschap en schoonheid.

Juweelontwerper Thierry neemt verschillende mogelijkheden door met de steenslijper. © Joris Casaer 

We volgen de productie van hun succesnummer, de Mini Sweety: ringen, oorhangers en hangers in goud van 18 karaat, met diamanten en halfedelstenen. Door de jaren heen groeide het palet uit tot een vijftigtal kleuren. Daarvoor gebruiken ze een eeuwenoude layering-techniek. Oorspronkelijk gebruikten de Italiaanse steenbewerkers deze om kopers op te lichten: een schijfje glas onder een robijn maakt deze een stuk dikker en dus duurder... De techniek werd het voorbije decennium van onder het stof gehaald en creatief ingezet door edelstenen in laagjes boven elkaar te leggen, zoals amethist boven op parelmoer of robijn, kwarts boven onyx... Zo ontstaan nieuwe kleuren met aparte diepgang.

In een leeggelopen straatje zit het atelier dat al zeventien jaar lang Bigli’s goudwerk maakt en hun stenen zet. De geschiedenis van het familiebedrijf gaat tot bijna tweehonderd jaar terug, met evenveel jaren kostbare ervaring. Het is duidelijk dat de relaties met de klanten warm zijn, eerder ondersteunend dan puur zakelijk. Maar die behulpzaamheid merk je overal in Valenza. We gaan naar het atelier – bescheiden in grootte en met weinig machines, op het laserapparaat na. De ambachtslui, verspreid over enkele werkbanken, zijn geconcentreerd bezig. Alles gebeurt hier met de 
hand. Het artisanale proces is een belangrijke meerwaarde, zo kan het juweel makkelijk hersteld worden of aangepast op maat van de klant.

Er wordt gewerkt met de verloren-was-techniek, die vaak veel preciezer is dan het meteen op goud werken. De eerste fase is het maken van een afdruk in was van het metalen model (oorbel, ring, hanger...) waarbij de was de kleinste details van het juweel overneemt. Met die afdruk worden wassen klonen van het juweel gemaakt. Alle wassen elementjes vormen samen een soort van ‘waxboom’ die in een plaasteren cilinder de oven in gaat tot alle was gesmolten is en er een bruikbare, negatieve mal overblijft. Daarin wordt vervolgens het goud gegoten voor een positieve vorm van de juweelelementen: hetzelfde boompje in goud. Dat gietwerk gebeurt niet hier maar bij een bedrijf dat erin gespecialiseerd is, om het rendabel te houden.

De gouden onderdelen verhuizen van tafel naar tafel om te worden afgewerkt, geschuurd en gepolijst met allerlei materialen tot ze er perfect uitzien. Daarna is het tijd voor het zetten van de steen. Deze wordt eerst gelijmd op de ring en vervolgens door een kleine gouden pin op z’n plaats gehouden. Die steen wordt op maat gemaakt voor elk afzonderlijk juweel door de steenslijper, enkele straten verderop. Bij het verlaten van het atelier moeten we over een deurmat met automatische borsteltjes die het goud op je schoenzolen verzamelt. Bij 35 euro per gram is dat de moeite waard.

Dat Valenza de grootste ambachtelijke juweelproducent van het land is, valt niet van het straatbeeld af te lezen. © Joris Casaer

“Een klant wil een hanger in precies dezelfde kleur als haar ring. In het kleine bureautje van de steenslijper worden alle alternatieven onderzocht. Stalen worden bovengehaald, kleuren vergeleken. Het komt in orde.”

We wandelen naar de steenslijper, een gepassioneerde Italiaan die na al die jaren nog even enthousiast is over zijn stenen en elke stap in het slijpproces. Veel halfedelstenen zijn net zo zeldzaam en kostbaar als een ‘echte’ edelsteen, klinkt het. Zoals bijvoorbeeld de granaat: de mooiste exemplaren vind je in Mozambique maar door politieke problemen werden de mijnen gesloten. Dan betaal je dus veel meer of moet je op zoek naar alternatieven. Er wordt hier alleen met natuurstenen gewerkt die geselecteerd worden op basis van kleur en de groeven in de steen. De kleur van de steen hangt ook af van de dikte – hoe dunner, hoe lichter de kleur. Deze steenslijper is gespecialiseerd in het layeren van stenen. Hij verfijnde de techniek en ondanks verwoede pogingen is zijn werk moeilijk te kopiëren. Om dezelfde reden wil zowel hij als de goudsmid anoniem blijven: de concurrentie ligt op de loer en de loyaliteit tegenover Bigli is groot.

De sfeer is even geconcentreerd-maar-gemoedelijk als in het goudatelier. De werknemers aarzelen niet om even te stoppen om met duidelijk plezier hun werk uit te leggen of een handeling te herhalen voor de fotograaf. Slechts heel even komt er een machine aan te pas. Die slijpt de steen op iets meer dan de definitieve grootte, een praktijk die preciezer en goedkoper is. Daarna gaat het verder met de hand. Op de slijpschijf staan banden in verschillende materialen waarmee de steen wordt bewerkt tot hij precies in een specifiek juweel past en de juiste kleur heeft. Slijpen met leer bijvoorbeeld heeft een heel ander effect dan het slijpen met metaal. De steen wordt tot slot gepolijst met iets dat op nat krijt lijkt: een zeldzame soort mineraalrijke, geoxideerde aarde. De samenstelling van deze ‘pap’ varieert naargelang de hardheid van de te polijsten steen.

Thierry heeft nog wat vragen. Een klant wil een hanger in precies dezelfde kleur als haar ring. In het kleine bureautje van de steenslijper worden alle alternatieven onderzocht. Stalen worden bovengehaald, kleuren vergeleken. Het komt in orde. We willen nog naar het Museo Gioielleria maar het juwelenmuseum blijkt voor onbepaalde tijd gesloten voor renovatie. Dan maar een aperitivo.



Bron: De Morgen

Meest RecentE Posts

In de kijker

Elegance for every occasion.​​​​​​​

Mocht u tussen al onze merken toch niet vinden wat u zoekt, dan hebben we ook nog altijd een eigen ontwerpatelier. Met de allernieuwste 3D technologie ontwerpen we, in samenspraak met u, het juweel van uw dromen.